Het
kweken met pyrrhura’s
Succesvol kweken met pyrrhura's is wat je wilt, als je
eenmaal verliefd geworden bent op de prachtige kromsnaveltjes. Het succes is
afhankelijk van een groot aantal factoren. Deze zullen we hierna bespreken.
Daarbij zullen we aantal tips en trucs met u delen. Mogelijk kunt u ze
toepassen bij het kweken en grootbrengen van pyrrhura's.
Huisvesting
Van belang is dat u (met u hobby) begint met de huisvesting.
De huisvesting van een koppel pyrrhura’s is bij voorkeur een (buiten)volière
waarbij ze de beschikking hebben over een verwarmd binnenhok. Beschik je
hier niet over, dan behoort een kweekkooi met minimale afmetingen van 120 x
60 x 60 tot de mogelijkheden. Hierin kunnen niet alle soorten gehouden
worden. Met name de grotere soorten als Cruentata en Perlata dienen in
minimaal 120 x 80 x 80 te worden gehuisvest. Is de basis huisvesting
gerealiseerd dan dienen hierin minimaal 3 voerbakjes aanwezig te zijn.
Verder een bakje voor grit en bevestigingsmateriaal ten behoeve van sepia.
Op de bodem van de kooi kunt u beukensnippers (6 mm) aanbrengen. Soms zien
we dat hiervoor ook kranten worden gebruikt.
Pyrrhura’s zijn echte nestslapers. Ze dienen dan ook het hele jaar
over een broedblok te kunnen beschikken. Vele kwekers maken gebruik van een
verticale broedblokken met afmetingen van ca. 50 – 80 cm hoog en 25 cm in de
breedte en diepte. Maar zogenaamde L-blokken doen het ook erg goed. Het
invlieggat dient 5 – 6 cm te bedragen. Op de bodem wordt zaagsel of potgrond
(of een mix hiervan) aangebracht.
De aanschaf van een koppel
Heb je eenmaal een keuze voor een soort gemaakt, dan kun je op zoek gaan
naar een koppel. Een spannende en leuke bezigheid. Om bij kwekers terecht te
komen kan worden gezocht op marktplaats.nl, vogelarena.com of
vogelmarkt.net. Bij het zoeken naar vogels is het wel van belang dat u
bepaalde termen kent. Zo wordt een mannetjesvogel aangeduid als man en een
vrouwtjesvogels als een pop. Een man wordt aangeduid als 1-0, een pop als
0-1. Een koppel wordt aangeduid als 1-1. 3 jongen worden jongen aangeduid
als 0-0-3. Een koppel met 2 jongen als 1-1-2. Een koppel waarbij EK vermeld
staat, betekent dat deze vogels door de kweker zelf zijn gekweekt; EK staat
voor 'eigen kweek'. Tot slot is het zaak om goed op te letten of de vogels
die je wilt aanschaffen onverwant zijn.
Er is veel gezegd en geschreven over de aanschaf van vogels. Je wilt
tenslotte 2 vogels aanschaffen die goed klikken en voor nageslacht gaan
zorgen. Helaas lukt dat niet altijd en dat kan meerdere redenen hebben. Het
uitgangspunt dat wij hanteren is dat goede koppels vrijwel nooit (zomaar) te
koop zijn. Iedere kweker heeft goede en minder goede koppels. Koppels die
aangeboden worden zijn daarom vrijwel altijd de mindere. Zo simpel is het nu
eenmaal. Onze ervaring leert dat je het beste kunt beginnen met de aanschaf
van jonge vogels. Je weet dan zeker dat je niet de teleurstelling van een
ander koopt. Nadeel is dat je lang moet wachten voordat ze kweekrijp zijn.
Wil je dat niet dan resteert de aanschaf van oudere vogels. Observeer na
aanschaf of de vogels goed klikken.
Voeding
Als voedsel krijgen pyrrhura's in de basis een zaadmengeling voor grote
parkieten verstrekt. Dit wordt wekelijks aangevuld met kiemzaden waaraan
eivoer/universeelvoer is toegevoegd. Verder krijgen ze om de dag groente en
fruit aangeboden. Als groente geven wij slamengeling, wortels, andijvie,
paprika, bloemkool, gekookte boontjes, boerenkool, etc. Bij fruit kun je
denken aan appel, kiwi, banaan, peren, mandarijn, sinaasappel, druiven,
mango. Ook bieden wij zeer regelmatig walnoten, gedroogde vijgen en rozijnen
aan. Onze pyrrhura's hebben altijd de beschikking over scherpe maagkiezel en
oesterschelpen. Nut en noodzaak behoeft niet te worden bestreden. Beiden
worden pyrrhura’s bijzonder goed opgenomen.
Kweekvereisten en voorbereidingen
Succesvol kweken met pyrrhura's wordt vooral bepaald door het soort dat
gehouden wordt. Frontalissen, Molinae's en Emma's gaan vrij eenvoudig over
tot kweken. Perlata's, Hoffmanni's, Melanura's, Rhodocephala's en
Cruentata's zijn iets moeilijker aan de kweek te krijgen. Ook zijn deze
soorten vrijwel allemaal pas na 2 jaar jaar kweek- of broedrijp. Moeilijker
wordt het al met de Leucotissen en Griseipectussen die over het algemeen pas
na 2,5 tot 3 jaar broedrijp zijn en vrij moeilijk een nestje weten groot te
brengen. Een echte uitdaging is er voor de kwekers die met de Picta en de
Pfrimeri kweken. De Picta's zijn echte baasjes en laat zich niet eenvoudig
koppelen aan een partner. De Pfrimeri is (nog) zo schuw dat dit vaak een
succesvolle kweek in de weg staat.
Een jonge pyrrhura Leucotis EmmaEen jonge pyrrhura Leucotis Emma
Om een broedkoppel in kweekstemming te krijgen, dient aan aantal voorwaarden
te zijn voldaan. Allereerst dient voor de kweek een rustperiode in acht
genomen te zijn. In deze periode hebben de vogels geruid en hebben ze als
gevolg van minder daglicht (lichturen) hun hormonale huishouding op orde
weten te krijgen. Koopt u vogels bij een kweker, dan is het zaak dat u goed
oplet of aan deze voorwaarde is voldaan. Aan het einde van de rustperiode,
wanneer de dagen beginnen te lengen, beginnen wij met geven van
voorjaarsvoedsel. Werd er in de rustperiode meer zaad, minder groenten/fruit
en geen eivoer aangeboden, wordt nu de verhouding van die 3 naar ieder 1/3
gebracht. Door de verandering van de hoeveelheid lichturen, de temperatuur
en het aangeboden voedsel beginnen de pyrrhura's in kweekstemming te komen.
Kweek en jongen
Wanneer
aan de huisvestings- en kweekvereisten is voldaan en er een goed klikkend
kweekkoppel is aangeschaft, kan de kweek beginnen. Pyrrhura's beginnen
meestal in de periode eind april tot begin mei met het broedproces. Eerder
kan ook, zeker wanneer er binnen wordt gekweekt. De paring vindt op de
zitstok plaats waarbij de vogels zijdelings van elkaar de cloaca's tegen
elkaar drukken. Dit paren wordt ook wel treden genoemd. De man neemt dus
niet, zoals bij veel andere soorten het geval is, plaats op de rug van de
pop maar gaat schuin op en naast haar op de zitstok zitten. Hierdoor kunnen
ook prima paringen plaatsvinden waarbij de man een aantal nagels of zelfs
een poot mist. Enkele dagen na de paring zal de pop haar eerste ei leggen.
In het totaal kunnen er 4 tot 10 eitjes worden gelegd waarbij de ervaring
leert dat dit er meestal 4 tot 7 zullen zijn. Kanttekening is wel dat grote
nesten door kwekers niet gewenst zijn. Hoe groter het aantal jongen, des te
lager de kwaliteit. Aangeraden wordt de ouders 4 tot 6 jongen groot te laten
brengen. Zo'n 4 tot 5 dagen nadat te pop vast is gaan broeden kunnen de
eitjes 'geschouwd' worden. Dit betekent dat met behulp van een schouwlampje
gekeken kan worden of het ei bevrucht is. Een onbevrucht ei zal geheel
helder zijn en een bevrucht ei zal na 5 dagen een donker vlekje (kiemschijf
en ringvormig bloedvat) en bloedvaten laten zien. Het tijdstip van het
uitkomen van de eieren kan verschillen. Dit is afhankelijk bij welk ei de
pop vast is gaan broeden. Normaal gesproken bedraagt de broedduur 21 dagen.
Dan is het eerste gepiep uit het blok hoorbaar. Probeer in deze dagen
nieuwsgierigheid te bedwingen en de pop niet te storen. Het kan het uitkomen
van andere eitjes beïnvloeden.
Ringen
Let op!
Elders op internet wordt hier veel onjuiste informatie
over gegeven. De bron die wij echter hanteren, is de overheid zelf via de
site van rvo.nl. Dit is het overheidsorgaan wat belast is met de registratie
van alle dieren in Nederland. Het staat voor Rijksdienst Voor Ondernemend
Nederland. Wat het houden van een of meerdere huisdieren met 'ondernemen' te
maken heeft, moet u ons niet vragen maar de overheid.
Zodra u een dier heeft, bent u wat hen betreft ondernemer.
Hoogstwaarschijnlijk omdat ze van ondernemers het meeste geld afhandig
denken te kunnen maken. Dat is geen moeilijk te trekken conclusie in elk
geval.
Is er sprake van een legsel dan zullen de jongen bij een
leeftijd van maximaal 12 dagen moeten worden geringd. Wacht je te lang dan
zijn de poten te dik en krijg je de verplichte vaste voetring er niet meer
om.
Deze vaste en dus gesloten voetring moet aan vastgestelde
eisen voldoen. Zo mag deze alleen zijn uitgegeven door een officieel erkende
vogel bond. De aanduiding NB, het jaartal, het officiele kwekersnummer en
het volgnummer alsmede het land, in dit geval NL moeten op deze ring staan
vermeldt. Elke andere ring is illegaal en leid tot inbelsagname en
vernietiging van het dier bij controle door een RVO ambtenaar. Doorgaans
zielloze individuen die slechts een soort boete quota trachten te halen en
zich nog minder om dieren bekommeren dan beruchte dierenmishandelaars.
We schrijven hier niet alleen uit eigen ervaring ( zie
o.a. video verslagen op ons YouTube kanaal), maar zijn op de hoogte van vele
schrijnende gevallen waar mensen zwaar werden gedupeerd en dieren gewoonweg
uitgemoord. Het beste advies is dus te zorgen dat u alles op orde heeft
m.b.t. uw dieren, van vogels t/m reptielen, honden, katten, cavia's en
konijnen enz enz.
Het opengaan van de ogen van de kuikens is vaak het teken
dat de jongen geringd moeten worden. Hiervoor gebruik je in vrijwel de
meeste gevallen een ring met een doorsnede van 5,4 of 5,5 mm. Een lijst met
ringmaten per soort
kun je hier downloaden. Op een leeftijd van 7 a 8 weken vliegen de
jongen uit waarna ze nog 2 tot 3 weken door de ouders zullen worden
bijgevoerd. Nadat de jongen bij de ouders zijn weggenomen zijn, beginnen
deze vaak aan een tweede legsel.
Geslachtsbepaling
Bij pyrrhura's is het niet mogelijk om visueel het geslacht te
bepalen. Man en pop zien er hetzelfde uit. Ook gedragen beiden geslachten
zich vaak identiek. Via DNA of endoscopie kan uitsluitsel worden gegeven.
Vrijwel alle geslachtsanalyses van pyrrhura's worden tegenwoordig door
middel van DNA gedaan. Dat doet u door een opdrachtformulier te downloaden
van de website van een laboratorium en 5 tot 7 uitgetrokken borstveertjes
(in een zakje) tezamen met het opdrachtformulier op te sturen naar een
laboratorium. Nederlandse laboratoria zijn duurder dan buitenlandse. In
Nederland wordt € 12,50 tot 15,00 betaald voor een enkele analyse. In het
buitenland ligt de prijs op € 6,00 tot € 10,00. Voordeel van Nederlandse
labs is wel de eenvoudige werkwijze zonder taalbarrière en de snelle
verwerkingstijd. Bekende Nederlandse laboratoria zijn Gendika en Bird
Genetics. Bekende buitenlandse laboratoria zijn MyBirdDNA (Frankrijk), Stab
Vida (Portugal) en Tauros Diagnostik (Duitsland).
Problemen tijdens de kweek:
Kweken met vogels is een fantastische hobby. Het broedproces van nabij
meemaken is spannend en het op stok krijgen van jongen geeft veel
voldoening. De weg hier naar toe is echter lang niet altijd eenvoudig.
Tijdens de kweek kunnen zich allerlei problemen voordoen. Wij sommen hierna
er een aantal op, en dragen daarbij de meest voor de hand liggende oplossing
aan.
Pop gaat met dikke kont op bodem zitten
Pop heeft duidelijk legnood als gevolg van bijvoorbeeld stress,
temperatuurschommelingen, koude of calciumgebrek. Breng met een klein
spuitje slaolie aan in de cloaca, dien de vogel 3 druppels Calcivet toe in
de bek, zet de pop in een donkere warmtekooi op 32 graden. Laat haar met
rust.
Pop legt onbevruchte eitjes
Hier kunnen vele redenen aan ten grondslag liggen. Vaak zit het in de
leeftijd van de man. Deze is te jong om de pop te bevruchten. Een andere
oorzaak kan de verstandsverhouding zijn. De pop staat de man niet toe te
treden. Ook kan het helpen voorafgaand aan het broedseizoen de veertjes rond
de cloaca weg te knippen. Andere oorzaken kunnen worden gevonden in de
voeding, huisvesting en verzorging van het koppel.
Pop legt zachte of schaalloze eitjes
Pop heeft duidelijk een groot gebrek aan Calcium en Vitamine D3. Vloeibaar
calcium en Vitamine D3-druppels aan het drinkwater toevoegen, grit en sepia
onbeperkt verstrekken.
Eitjes worden in het nest kapot gemaakt
Hebben de eitjes kleine deukjes dan kan dit veroorzaakt zijn door
onhandigheid van de ouders, of door het in het blok springen van één van de
oudervogels of als gevolg van een ruzie tussen de oudervogels. Een L-Blok
kan schade als gevolg van blokspringen voorkomen. Heeft één van de eitjes
een deukje, dan moet dit deukje direct met transparante nagellak worden
behandeld. Onderneemt men niets, dan droogt het ei in en sterft de vrucht
af. Eitjes kunnen ook moedwillig worden kapotgemaakt door één van de
oudervogels. Vaak blijkt dit de man te zijn. Hij vindt het maar niets dat de
pop met andere zaken bezig is. Verwijder de eitjes en vervang deze voor
kunsteitjes. De man zal na enige tijd 'leren' dat slopen geen zin heeft.
Laat de pop het broedproces afmaken. Treedt herhaling op, biedt dan eitjes
aan waarvan de inhoud vervangen is door ammoniak.
Eitjes zijn wel bevrucht maar komen niet uit.
Dit komt veelvuldig voor. Betreft het alle eitjes in het nest dan kan een
gebrek aan ervaring zijn. Ook wil het voorkomen dat de pop te lang het nest
verlaten heeft als gevolg van verstoring of omdat ze zelf voedsel is gaan
zoeken. Doordat ze te lang (> 30 min.) het nest heeft verlaten, zijn de
eitjes te veel afgekoeld en de kiemen of kuikens als gevolg hiervan
afgestorven. Let op: bij soorten als de hoornparkiet of goudparkiet mag van
afkoeling geen sprake zijn. De jongen sterven al bij minimale afkoeling van
het ei.
Bij grote nesten gebeurt het dikwijls dat, nadat het 5e of 6e jong geboren
is, de overige eitjes niet uitkomen. De pop kan te druk geweest zijn met de
jongen, waardoor de overige eitjes te veel afkoelden. Ook kan het voorkomen
dat er tijdens de leg te veel tijd tussen sommige eitjes heeft gezeten. Deze
eitjes zouden normaliter later zijn uitgekomen. De pop heeft echter het
broeden opgegeven of de reeds aanwezige jongen zijn zo groot, dat zij alle
beschikbare warme ruimte onder de pop hebben ingenomen.
Pop voert de jongen niet, jongen gaan dood
Zeker bij jonge onervaren poppen wilt dit nog wel eens voorkomen. Maar ook
oudere (mannen en) poppen willen hun zorgtaken bij het verschijnen van de
jongen nog wel eens verzaken. Als vogels natuurbroed zijn grootgebracht,
d.w.z. dat de vogels volledig door hun eigen ouders zijn verzorgd en
grootgebracht, zien we dit minder vaak. Bij vogels die (deels) handopfok
zijn grootgebracht zien we het in de steek laten van de jongen vaker. Zij
hebben dit zorgproces immers zelf niet of te kort meegemaakt.
Jonge poppen willen bij het eerste nestje nog weleens
problemen hebben met de aanmaak van de zo benodigde kropmelk. Hulp in de
vorm van het toedienen van een spuitje A19 of A21 Nutribird zorgt er voor
dat de jongen de eerste uren of dagen kunnen overleven. De pop kan dan zelf
besluiten op enig moment de zorgtaken op zich te nemen. Het is zaak om goed
in de gaten te houden of de jongen door de pop warm gehouden worden. Is dit
niet het geval dan resteert niets anders dan de jongen in de
couveuse/warmtekooi verder groot te brengen.

|